15 oktober 1918: het heengaan van Shirdi Sai Baba (2)

De laatste dagen (uit: Zeven dagen Shirdi Sai)

(vervolg van deel 1)

…Voorafgaand aan Vijayadashami had Baba gedurende een lange periode de stilte bewaard. Op de feestdag zelf kwamen de volgelingen in groten getale voor Baba’s darshan. Toen die middag de arathi begon, werden de harten van de toegewijden zwaar van verdriet en met de tranen over de wangen en verstikte stemmen zongen ze het arathilied, overtuigd dat Baba hen spoedig zou verlaten.

Vijayadashami wordt door alle hindoes beschouwd als de gunstigste tijd om te overlijden. Het is dus heel passend dat Baba deze dag koos om heen te gaan. Hoewel hij de dagen daarvoor al ziek was, was hij innerlijk altijd één met God. Tot vlak voor zijn overlijden zat hij rechtop en hij zag er wat beter uit, waardoor de meesten dachten dat het gevaar geweken was en hij weer gezond werd. Toen het moment van zijn heengaan naderde, zei Baba aan Dixit, Buti, Shyama en een paar anderen dat zij moesten gaan eten. Zij wilden Baba niet verlaten, maar omdat ze zijn bevelen niet konden negeren, zetten zij zich ertoe om in hun onderkomens de maaltijd te gebruiken. Zij zaten aan tafel, maar hun gedachten waren ergens anders, bij Baba. Alleen Lakshmibai, haar zoon Bhagoji, Bala Shimpi, Kaka Nimonkar en Bhayyaji Patel bleven bij Baba; Shyama bleef onderaan de treden van de moskee zitten. Baba riep Lakshmibai bij zich, die hem iedere dag voedsel had aangeboden. Deze Lakshmibai Shinde was een goede vrouw; ze werkte dag en nacht in de moskee. Behalve Mahalsapati, Thatya en Lakshmibai was het aan niemand toegestaan om ‘s nachts in de moskee te komen. Sinds Baba haar geleerd had dat hij in ieder levend wezen aanwezig is, door het voedsel dat zij voor hem bereid had aan een hond te geven, was zij begonnen hem met liefde en toewijding iedere dag brood en melk aan te bieden. Baba aanvaardde haar offerandes altijd waarderend. Hij at er wat van en liet Lakshmibai de rest naar Radhakrishna Mai brengen, die altijd blij was met Baba’s gezegende voedsel.

Baba herinnerde zich Lakshmibai’s diensten. Hoe zou hij haar kunnen vergeten? Vlak voordat hij zijn lichaam verliet, stak hij zijn hand in zijn jaszak en gaf hij Lakshmibai vijf rupi’s. Even later gaf hij haar nog vier rupi’s. Nu had Lakshmibai absoluut geen gebrek aan geld en daarom begreep zij dat Baba haar met dit geschenk wilde wijzen op de negen manieren van aanbidding.[1] Ook de andere toegewijden dachten dat deze negen rupi’s symbolisch waren voor de negen soorten toewijding. Sommigen dachten dat dit bedrag het geschenk was dat wordt gegeven tijdens de Simollanghan, de vereniging met God.

Toen Lakshmibai deze rupi’s kreeg, weende ze als een kind en iedereen die dat zag begon ook te huilen. Tenslotte zei Baba: ‘Deze moskee is niet goed voor mij. Olieverkopers hebben me lastiggevallen. Ik zal naar het Butigebouw gaan, daar kunnen wij dan allemaal gelukkig samen zijn.’ Hij legde zijn hoofd op de schoot van Bhayyaji Patel en blies zijn laatste adem uit. Het was 15 oktober 1918, half drie ‘s middags, Vijayadashami-dag.


[1] In het elfde hoofdstuk van de Bhagavata worden eerst vijf en later nog eens vier manieren van toewijding beschreven. Zie ook ‘Zeven dagen Shirdi Sai‘, hoofdstuk 14: ‘de parabel van de negen paardenkeutels’)

Dit bericht is geplaatst in Shirdi Sai Baba met de tags . Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *