28 september 1835: de geboortedag van Shirdi Sai Baba

Het geboorteverhaal van Shirdi Sai Baba.

Uit een toespraak van Sathya Sai Baba. Vertaling: ‘Zeven dagen Shirdi Sai‘, door Satrughna

Nadat Sathya Sai Baba verteld heeft hoe de veermansvrouw Devagiriamma door Shiva en Parvati is gezegend met de belofte dat Shiva geboren zal worden als haar derde kind, vervolgt hij:

‘…..Na een jaar werd Devagiriamma weer zwanger. Het kind dat toen in haar buik groeide, was geen gewoon kind. Het was de Heer van het universum, God zelf, die aanbeden wordt door goden als Brahma, Indra en anderen. Het proces waarin God in de moederschoot binnengaat kan niet vergeleken worden met de conceptie van gewone mensen. Dit proces noemt men ‘de illusie van Vishnu’.

 Geboorte en onthechting

Na twee maanden werd de zwangerschap van Devagiriamma bevestigd. Met het verstrijken van de tijd kwam er een goddelijke gloed over het gezicht van de moeder, omdat de Heer, die het universum in zich draagt, zich in haar buik bevond. In Gangabhavadya kwam ondertussen een hevige drang op om alles achter zich te laten en op zoek te gaan naar het goddelijk paar. De negende maand was aangebroken en iedereen wachtte vol spanning op de geboorte van het kind, maar het verlangen van haar man Gangabhavadya naar wereldse zaken werd steeds minder. Al voordat de zon opkomt, wordt de duisternis verdreven. Op dezelfde manier wordt, nog voordat de avatar is neergedaald, de duisternis van onwetendheid verdreven en treedt de stralende gloed van onthechting en wijsheid binnen.

Gangabhavadya riep zijn vrouw en zei: ‘Ik wil naar het woud gaan om te mediteren. Mijn hart verlangt ernaar de Heer te zien. Hoe lang kan iemand dit wereldse leven uithouden? Zolang ik hierin ben ondergedompeld komt er geen einde aan de kringloop van gehechtheid. Daarom zal ik nu vertrekken en ascese beoefenen.’ Devagiriamma, die zeer toegewijd was, boog aan zijn voeten en zei: ‘Mijn heer, het is niet aan mij u de les te lezen, maar ik wil toch een nederig verzoek doen. Moeder Parvati en Heer Shiva hebben ons een gunst verleend. God zelf zal komen als ons derde kind. Waarom zou u naar het woud gaan en niet wachten tot u hem hier in onze zoon kunt aanschouwen? Denk alstublieft na.’ ‘Het is waar wat je zegt,’ antwoordde Gangabhavadya, ‘Heer Shiva zal in menselijke gedaante geboren worden als mijn zoon. Hij zal in een wereldse vorm en niet in zijn ware gedaante komen. De grootste beloning is voor mij om de Heer te zien in zijn ware gedaante en dat is niet mogelijk zolang ik dit gezinsleven blijf leiden. Kennis van het absolute is daarvoor een noodzaak en daarom ga ik naar het woud.’ Nadat hij dat gezegd had liet hij alle gehechtheden los en ging op weg.

Omdat Devagiriamma een toegewijde vrouw was dacht ze: ‘De echtgenoot is God, de echtgenoot dienen is God dienen.’ Ze deed afstand van alles en hoewel zij maar moeilijk vooruit kon komen volgde zij haar man. Naast God was er niets in hun gedachten. Huis, bezit, kinderen, niets kwam meer in hen op. Zij gaven alles over aan God, die hun enige doel was.

Zij liepen lange tijd totdat ze een afgelegen plaats bereikt hadden. Daar kreeg Devagiriamma weeën. ‘Voor hen die niemand hebben, is God de toevlucht.’ Ze had niemand om haar te helpen, behalve de Heer in haar schoot.

Op 28 september 1835 werd de Heer, die in de melk dreef als ksheerodharashai, zonder pijn geboren als antwoord op hun gebeden. Het was een stralend en beeldschoon kind. Zo gauw ze haar zoon zag, dacht ze aan het gezegde ‘de echtgenoot komt in de vorm van een zoon.’ ‘Waarom zou ik dan niet voor deze zoon zorgen, die God zelf is?’ Maar onmiddellijk realiseerde ze zich dat het haar plicht was haar echtgenoot te volgen die zij immers als God vereerde. Omdat haar zoon Heer Shiva zelf was, hoefde zij zich niet ongerust over hem te maken. Vastberaden wikkelde ze het kind in een doek, keek naar hem met alle liefde die in haar was en liet hem achter. Gangabhavadya was zó onthecht dat hij niet eens naar zijn zoon keek. Hij spoedde zich naar het woud, op de voet gevolgd door Devagiriamma.

Het was een maandag, de favoriete dag van Heer Shiva.

Babu groeit op bij meneer en mevrouw Patel

In het dorp Pathri woonde een Soefi-fakir, een moslim die Patel heette. Het was het eind van de negende maand, de vastenmaand ramadan. Op deze dag nemen moslims uit dankbaarheid een bad, dragen nieuwe kleren, buigen voor Allah en bidden tot hem. Ook vieren ze het suikerfeest. Patel ging samen met zijn vrouw op een ossenkar naar een naburig dorp om dit feest te vieren. Onderweg vroeg zijn vrouw hem te stoppen, zodat ze haar behoefte kon doen. Toen ze achter een bosje ging zitten, vond ze daar tot haar verbazing een pasgeboren baby, gewikkeld in een doek. Ze keek rond maar zag niemand, dus tilde ze hem blij op en bracht hem naar haar echtgenoot. Omdat ze zelf ze geen kinderen hadden en mevrouw Patel haar vruchtbare leeftijd voorbij was, waren ze dolgelukkig dat Allah hun deze baby had geschonken, maar zij wisten niet dat hij goddelijk was. Die kennis wordt met Gods genade slechts aan enkelen verleend.

Zij ontfermden zich over het kind en noemden hem Babu. Babu groeide op tot een vrolijke jongen die graag met zijn leeftijdsgenootjes speelde en overal in uitblonk.’

-Meer lezen? Bestel nu het boek ‘Zeven dagen Shirdi Sai‘, de biografie van Shirdi Sai Baba in het Nederlands-


[1] letterlijk: neerdaling. God die op aarde incarneert, meestal in menselijke gedaante

Dit bericht is geplaatst in Shirdi Sai Baba met de tags . Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *