De lessen van Shirdi Sai Baba

Een rijke man wil op staande voet kennis van het absolute

Original photo of Shirdi Sai Baba high resolution

Een rijke man kende veel voorspoed in zijn leven. Hij had een hoge mate van welstand verworven, hij bezat huizen en landerijen, en veel bedienden en mensen waren van hem afhankelijk. Toen hij hoorde over Baba’s roem, zei hij tegen een vriend dat hij verder nergens gebrek aan had in dit leven, dus wilde hij naar Shirdi gaan en Baba vragen om hem kennis van het absolute te geven. Dat zou hem zeker ook spiritueel gelukkig maken. Zijn vriend probeerde hem er vanaf te brengen. ‘Volledig goddelijk inzicht is geen snoepgoed dat je op de markt kunt kopen! Het is niet eenvoudig om het absolute te kennen en zeker niet voor een hebzuchtig mens als jij, die constant gericht bent op je bezit, je vrouw en je kinderen. Waarom zou jij slagen in je zoektocht naar kennis van het absolute, terwijl je geen cent weggeeft aan liefdadigheid?’

De rijke man sloeg geen acht op zijn vriend en regelde een rijtuig voor de heen- en terugreis naar Shirdi. Hij ging naar de moskee, zag Sai Baba en viel aan zijn voeten. ‘Baba, ik heb gehoord dat u aan allen die hier komen goddelijk inzicht schenkt en ik ben in een keer het hele eind van mijn woonplaats naar hier gekomen. Ik heb thuis nog veel werk te doen en ik ben erg moe van de reis, dus als ik goddelijk inzicht van u krijg, is mijn moeite niet voor niets geweest.’ Toen zij dit hoorden waren de volgelingen rondom Baba uiterst verbaasd. Baba antwoordde: ‘O, mijn beste vriend, maak je geen zorgen, ik zal je onmiddellijk het absolute tonen, al mijn zaken worden contant afgehandeld en nooit op krediet. Zoveel mensen komen naar mij toe en vragen om geld, gezondheid, macht, eer, status, genezing van ziekten en andere tijdelijke zaken. Zeldzaam is de mens die naar mij toekomt en om kennis van God vraagt. Er is geen gebrek aan personen die om wereldse dingen vragen, dus vind ik het een gelukkig moment wanneer iemand als jij komt en om kennis van het goddelijke vraagt. Ik toon je dan ook met plezier het Al, met zijn vele attributen en aspecten.’

En Baba toonde hem God. Hij liet hem daar zitten en hield hem bezig door over iets anders te praten, zodat hij zijn vraag voor het moment vergat. Toen riep hij een jongen bij zich. ‘Ga naar Nandu de geldlener en vraag hem vijf rupi’s te leen. Het is dringend.’ De jongen ging weg, maar was snel weer terug: ‘Baba, Nandu is afwezig en zijn huis is op slot.’ Toen vroeg Baba hem om naar Bala de kruidenier te gaan en daar het bedrag te lenen. Ook deze keer had de jongen geen succes. Dit experiment werd twee of drie keer herhaald, met steeds hetzelfde resultaat. De rijke man kon het oponthoud niet verdragen. Ongeduldig vroeg hij: ‘Baba, waarom wacht u zo lang? Als u mij niet gauw kennis van het absolute geeft, zal ik vertrekken. Ik heb nog andere dingen te doen.’

Baba zei: ‘Ach vriend! Heb je dan niet gelet op wat ik deed? Ik probeer je het absolute te tonen, maar jij bent niet in staat het te begrijpen. Denk je dat kennis van het absolute gewoon te koop is op de bazaar? Om goddelijk inzicht te verkrijgen moet men vijf dingen opgeven:

  1. de vijf levenskrachten[1],
  2. de vijf zintuigen,
  3. het denken,
  4. het verstand en
  5. het ego.

Het pad dat naar kennis van het absolute leidt is niet zo comfortabel als het pad van jouw dorp naar Shirdi in een rijtuig! Het is scherp als de snede van een zwaard. Niet ieder mens ziet of realiseert God in zijn leven. Bepaalde hoedanigheden zijn absoluut noodzakelijk:

  1. Een intens verlangen naar bevrijding. Als jij voelt dat je gebonden bent en dat je bevrijd zou moeten worden van die gebondenheid, als je eerlijk en vastberaden naar dat doel toewerkt en niet geeft om enige andere gedachte, ben je geschikt voor het spirituele leven.
  2. Een gevoel van afkeer voor de dingen van deze wereld en de volgende. Pas als je dat gevoel van afkeer hebt voor deze zaken én voor het gewin en de eer die jouw daden je kunnen brengen in deze wereld en de volgende, heb je er recht op het spirituele rijk binnen te gaan.
  3. Inkeer. Onze zintuigen zijn door God geschapen met de neiging zich naar buiten te richten en dus kijk je altijd buiten jezelf en niet naar binnen. Als jij zelfrealisatie en het onsterfelijke leven wilt bereiken, moet je je blik naar binnen keren, naar je innerlijke Zelf.
  4. Reiniging van zonden, verwijdering van alle karma. Pas als jij je afkeert van slechte daden, als je jezelf volledig in balans hebt en je gedachten tot rust hebt gebracht, kun je zelfrealisatie bereiken. Er is geen omweg, zelfs niet door middel van kennis.
  5. Juist gedrag. Alleen als je een leven van waarheid, ascese en inzicht leidt en celibatair leeft, kun je godsverwerkelijking verkrijgen.
  6. Je moet het juiste boven het plezierige verkiezen. Er zijn twee soorten zaken: dat wat het juiste is en dat wat plezierig overkomt. Het eerste betreft spirituele zaken en het tweede betreft wereldse zaken, en beide benaderen jou om binnengelaten te worden. Je moet nadenken en een ervan kiezen. De wijze mens verkiest het juiste boven het plezierige, maar de onwijze kiest door zijn begeerte en gehechtheid voor het genot.
  7. Controle over de gedachten en de zintuigen. Het lichaam is als de wagen en het Atma is de meester ervan, het verstand is de wagenmenner en je gedachten zijn de teugels; de zintuigen staan voor de paarden en waar de zintuigen op gericht zijn is het karrenspoor. Als je geen inzicht hebt en geen controle over je gedachten, als je zintuigen onhandelbaar zijn als wilde paarden omdat de menner de teugels niet aantrekt, bereik je niet je doel, maar blijf je gevangen in de cyclus van geboorte en dood. Maar als je inzicht hebt, en je denken en zintuigen zijn onder controle als het getrainde paard van de goede menner, bereik je die staat van waaruit je niet meer geboren wordt[2].
  8. Gedachtenzuivering. Alleen als je naar behoren en onthecht de taken van je leven verricht, wordt je denken gezuiverd en alleen als je denken gezuiverd is kun je zelfrealisatie bereiken. Alleen met een gezuiverd denken kunnen onderscheidingsvermogen[3] en onthechting[4] ontstaan, welke leiden tot zelfrealisatie. Alleen als je je ego loslaat, hebzucht uitbant en het denken zuiver en zonder verlangens maakt, is zelfrealisatie mogelijk. De gedachte ‘ik ben het lichaam’ is een grote illusie en jouw vasthouden hieraan is de oorzaak van je gehechtheid. Laat daarom deze gedachte en die gehechtheid los als je zelfrealisatie wilt.
  9. De noodzaak van een guru. De kennis van het Atma is zo subtiel en mystiek dat geen mens kan verwachten het door eigen inspanning te bereiken. Daarom is de hulp van een andere persoon in de vorm van de Leraar absoluut noodzakelijk. Wat anderen je zelfs met grote moeite en inspanningen niet kunnen geven, kun je gemakkelijk bereiken met de hulp van zo’n Leraar, want hij is het pad zelf gegaan en hij kan de leerling eenvoudig stap voor stap langs de ladder van spirituele vooruitgang omhoog helpen.
  10. Ten slotte is de genade van de Heer het belangrijkste. Wanneer de Heer voldaan over jou is, geeft hij je onderscheidingsvermogen en onthechting en draagt hij je veilig voorbij de oceaan van het werelds bestaan. ‘Het Atma kan niet gewonnen worden door de Veda’s te bestuderen, noch door verstand of veel geleerdheid. Door hem die gekozen wordt door het Zelf, wordt het gewonnen. Aan hem openbaart het Atma zijn aard’ zegt de Katha Upanishad.’

Sai close-up painting1

Toen Baba’s verhandeling was afgelopen, keerde hij zich naar de rijke man en zei: ‘Wel, meneer, God is in je broekzak aanwezig in de vorm van vijftig keer vijf rupi’s, haal dat eens tevoorschijn.’ De man nam een bundel bankbiljetten uit zijn broekzak en toen hij het telde ontdekte hij tot zijn grote verrassing dat het 25 biljetten van tien rupi waren. ‘Gierigaard!’ zei Baba, ‘je hebt verschillende malen gezien hoe ik de jongen er op uit stuurde om vijf rupi’s te lenen. Desondanks heb je niet het gevoel van opoffering gehad om mij slechts vijf rupi’s te geven, terwijl je zo’n groot bedrag in je zak had. Uit gierigheid bleef je stil.’ Toen de rijke man Baba’s alwetendheid zag, viel hij aan Baba’s voeten en smeekte om zijn zegen.

‘Rol je bundeltje God, die bankbiljetten, maar weer op,’ vervolgde Baba. ‘Je kunt nog geen vijf rupi’s opgeven, hoe kun je dan verwachten dat je de vijf levenskrachten, de vijf zintuigen, het denken, het ego en het verstand kunt opgeven? Alleen als je je volledig van je hebzucht hebt ontdaan kun je de ware God verkrijgen. Hoe kan iemand die geobsedeerd is door rijkdom, nageslacht en welvaart verwachten God te kennen als hij niet bereid is zijn gehechtheid daaraan op te geven? Als geld voor jou God is, wat zoek je dan nog naar een andere God? De illusie van gehechtheid en liefde voor geld is een diepe draaikolk van pijn, vol krokodillen in de vorm van verwaandheid en jaloezie. Alleen iemand zonder verlangens raakt hierin niet verstrikt. Hebzucht en God staan eeuwig recht tegenover elkaar. Waar hebzucht is, is geen ruimte voor gedachten aan God. Hoe kan een hebzuchtig mens dan zonder verlangens zijn en verlossing bereiken? Voor zo iemand zijn er geen vrede, tevredenheid of zekerheden. Zelfs als er maar een miniem spoor van hebzucht in het denken is, zullen alle spirituele inspanningen voor niets zijn. Zelfs de kennis van een belezen mens is nutteloos, want die kan hem niet helpen bij het verkrijgen van zelfrealisatie als hij nog steeds beheerst wordt door het verlangen naar de vruchten van zijn daden en er geen afkeer van heeft. De lessen van een guru hebben geen enkel nut bij een man die vol egoïsme is en altijd aan wereldse zaken denkt, want zonder zuivering van het denken zijn al onze spirituele inspanningen voor niets, alleen maar dikdoenerij en show. Het is daarom beter voor een mens om alleen te leren wat hij kan verteren en integreren. Mijn schatkamer is vol en ik kan ieder geven wat hij wil, maar ik moet zien of je het waard bent om te ontvangen wat ik geef. Als je zorgvuldig naar me luistert, zul je er zeker baat bij ondervinden. Als ik in deze moskee zit, spreek ik nooit onwaarheid.’

Wanneer een gast wordt uitgenodigd bij iemand thuis, kunnen alle bewoners van het huis en ook hun vrienden en familieleden deelnemen aan de feestelijkheden. Zo kon iedereen in de moskee deelnemen aan het spirituele feestmaal dat Baba opdiende voor de rijke heer. Nadat de rijkaard Baba’s zegening had ontvangen, verlieten hij en de anderen gelukkig en tevreden de moskee.


[1] de vijf elementen (panch-mahabhutas): ether, lucht, vuur, water en aarde

[2] zelfrealisatie

[3] onderscheid kunnen maken tussen het onwerkelijke en het werkelijke

[4] niet gehecht zijn aan het onwerkelijke

uit: Zeven dagen Shirdi Sai

-verhalen over Shirdi Sai Baba-

Dit bericht is geplaatst in lessen, zelfrealisatie met de tags , , , . Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *